maandag 28 april 2014

De Kludde van Oostende


De Kleine Weststraat is een geheimzinnige
straat die je bij voorkeur links laat liggen.
Het was schipper Rogge die me over Kludde vertelde. Of ik daar al van gehoord had? Ik niet, neen, maar de waard wist dat Kludde een kwelgeest was. Zijn slachtoffers werden verplicht hem heel de nacht te dragen. Tegen de morgenstond verdween het ding in het niets.  De schipper bevestigde: op weg naar huis botste hij keer op keer weer tegen Kludde aan en die liet hem niet los voor de dag weer aangebroken was. Thuis viel dat niet uit te leggen. Zijn echtgenote verliet het echtelijke dak, met medeneming van hun gemeenschappelijke nageslacht. ‘Kludde heeft mijn leven verwoest’, zei de schipper. Mij leek het vooral een verhaal van veel zelfmedelijden te zijn, maar Rogge gaf me onverwachts een houvast: ‘Kludde woont in de Kleine Weststraat. De naam staat op de bel.’ Een adres! Meer had ik niet nodig om een verhaal te schrijven.
De Kleine Weststraat is een ietwat geheimzinnige straat, een moeilijk in te schatten zijstraat, onduidelijk in zijn sociale samenstelling, met een vage maatschappelijke betekenis en daardoor ook een straat die je bij voorkeur links laat liggen. Daar liep ik nu. Ik monsterde de deurbellen die veelal naamloos waren. Halverwege was een vrouw vanuit haar raam over de straat aan ‘t kijken. Toen ik dicht genoeg genaderd was, vroeg ik of er in de buurt een Kludde woonde. ‘Ik denk dat je mijn moeder zoekt,’ zei de vrouw in ’t plat Oostends, ‘maar je zult haar hier niet vinden, want ze zit in Benidorm.’
En is er ook een meneer Kludde?’ vroeg ik. Neen, die was er niet. ‘De enige die hier is ben ik. Je zult het met de kleine Lolita moeten doen.’ Ze lachte gul. En omdat ik niet meteen wist hoe dit verhaal verder zou verlopen, keek ik om me heen. De vrouw die zich Lolita noemde, merkte mijn besluiteloosheid op en zei: ‘Wacht.’ Ze trok zich terug en een moment later liet ze een sleutel op de stoep vallen. ‘Kom maar naar boven’, zei ze, ‘ik zal het je vertellen.’
De trap had betere tijden gekend, de muren waren vaal, het rook er muf. Vanaf de eerste verdieping klonk de stem van Billie Holiday, mijn lievelingszangeres: We'd be so grand at the game/ So carefree together that it does seem a shame. Toen ik boven kwam stond Lolita me in ‘t deurgat op te wachten. Nauwelijks twintig. Blote voeten, korte rok, spannend shirt. Ik probeerde er ontspannen uit te zien, maar mijn lichaamstaal ging een andere kant uit, want voor mij stond wel degelijk een vrucht, rijp om geplukt te worden. 'Ik heb die plaat ook,’ zei ik naar waarheid (mijn stem sloeg over). En terwijl ik mijn keel schraapte antwoordde ze: ‘Ha, tof, meneer is een kenner. Ik heb al haar platen.’ In haar versleten woonst zaten we recht tegenover elkaar in oude fauteuils waarin je diep kunt wegzinken. Ik dacht niet meer aan schipper Rogge. We hadden het over Billie Holiday, waarop deze Lolita enigszins leek. Ze had Lady sings the blues gelezen, de autobiografie, en ik had de film gezien. Lolita vond dat we veel met elkaar gemeen hadden en naarmate haar rok verder omhoog schoof, vond ik dat eigenlijk ook. We praatten & praatten, lachten & dronken, en we deden uiteindelijk alles wat Billie Holiday ons zo passend voorzong. Weinig was het niet, want Lolita bezat inderdaad al haar platen.
Het was alweer aan 't dagen toen ik de voordeur achter me dichttrok. Ik had een beetje geld achtergelaten opdat Lolita de week zou kunnen doorkomen. Ik keek naar de deurbel waarop onbeholpen Decludde L. geschreven stond. Schipper Rogge had gelijk, zo wist ik nu met zekerheid. Kludde bestond wel degelijk. En terwijl ik de Kleine Weststraat uitliep, streelde ik de zuigplek die Lolita in mijn nek achtergelaten had.
Flor Vandekerckhove


Dit verhaal is gebaseerd op de folkloristische kwelgeest Kludde, die enkel 's nachts tevoorschijn komt. Hij springt de nietsvermoedende voorbijganger in zijn of haar nek. Deze is dan verplicht hem de rest van de nacht op zijn of haar rug te dragen. Kludde laat zijn gedaantes afhangen van de situatie.  In Aalst wordt hij Kledden genoemd. Hij woonde daar in de Dender, de Aalstenaars wisten hem te verjagen richting Dendermonde. In Oostende is Kludde nu een jonge vrouw die luistert naar de naam Lolita Decludde.


Geen opmerkingen: