
Die handel verliep volgens een vast stramien dat
vandaag ongeloofwaardig oogt, maar dat wel degelijk op een lange familietraditie
kon bogen. De geïmporteerde emoes werden persoonlijk door een familielid in Australië
uitgezocht, zo luidde althans de reputatie. In werkelijkheid was er van enige
selectie geen sprake, maar die reputatie zorgde er wel voor dat de reisduur
door niemand in vraag gesteld werd. En die reis kon lang duren, zeer lang.
De zogenaamd schaarse, langdurig uitgezochte emoes werden alhier duur verkocht, zeer duur,
maar toch kon dat geenszins de overdadige familiale welstand verklaren,
daarvoor was de totale omzet van die handel te klein. Dat komt dan weer doordat
er telkens maar een koppel emoes meegebracht werd. Dat had ook wel met het
creëren van schaarste te maken en dus met het opdrijven van de verkoopprijs,
maar er was meer.
De familie had haar ontzagwekkende fortuin vergaard met zwendel, ze had
dat uitgebreid met nog meer zwendel en ze bestendigde het doorheen de
generaties met almaar nieuwe zwendeltechnieken en -praktijken. Meestal ging dat goed, soms
liep het mis. Het familielid dat naar Australië gestuurd werd, was dan ook altijd
een die alhier teveel in het oog begon te lopen. Zodra dat het geval was, werd de
betrokkene naar Engeland gestuurd, van waaruit een Australiëreis voorbereid
werd. Daar, aan de andere kant van de wereld, bleef dat familielid vervolgens zogezegd
naar zeldzame emoes zoeken tot de kust veilig was en hij (of zij) met een
koppel zogenaamd streng geselecteerde exemplaren terug kon keren. Dat kan allemaal
vergezocht lijken, maar we spreken over een tijd waarin Interpol nog niet
bestond en men de zwendelaars niet tot in Australië ging opsporen, integendeel,
men stuurde er juist zwendelaars naartoe om er hier van af te zijn. We spreken ook
over een tijd waarin mensen gemakkelijk spoorloos verloren konden geraken en ongestraft terugkeren
nadat alle zwendelsporen alhier uitgewist waren. Het is wel degelijk op die
manier dat heel die familie van oplichters vele generaties lang uit het oog van
pers, politie en rechtbank had weten te blijven; door de truc met de emoes!
Hoe ik dat alles weet? Wel, deze morgen keek ik door het raam van mijn
appartement naar het dierenveld aan de overkant van de straat. Ik zag de ezel
en ‘t konijn, en ik dacht er een antiloop bij, beren wit en bruin, de krokodil
en de giraf, een leeuw, kameel, apen en een das. Daarna zwermden mijn gedachten
uit naar de ooievaar, de tijger en de adelaar, de kangoeroe, de olifant, de pelikaan, de
zwanen en de haan. Maar wat ik daar niet moest bij bedenken waren de twee emoes
die er al zo lang lopen. Ik dacht: hoe zijn die merkwaardige beesten eigenlijk tot hier geraakt? Zou ik daar een verhaal over kunnen schrijven? Ik dacht van wel.
Flor Vandekerckhove