woensdag 26 november 2014

Op zoek naar de moeder aller infiltranten

— 1929: Een suffragette betoogt, sigaret
in de hand. Of is ze een infiltrant
?
Infiltratie is een feit. Elkeen die een stakingspiket organiseert of een betoging, kan het u vertellen: er is altijd wel iemand die daar, volgens weer iemand anders, niet echt thuishoort. Infiltratie heeft ook een lange geschiedenis. Iemand moet daar eens een boek over schrijven. Daaruit zou wellicht blijken dat Pasen 1929 een hoogdag van de infiltratie genoemd moet worden. Op die dag zien we immers de moeder aller infiltranten aan het werk.
Op die mooie lentedag marcheren de suffragettes door de straten van New York. Ze eisen gelijkberechtiging. Als mannen mogen stemmen, waarom dan niet vrouwen? Als mannen mogen werken, waarom dan niet vrouwen? Als mannen mogen roken, waarom dan niet vrouwen? Zo gezegd, zo gedaan. In de betoging wordt een groep vrouwen opgemerkt die demonstratief aan ’t roken slaat. Op straat nog wel! Dat radicale gedrag trekt alle aandacht naar zich toe. Fotografen en reporters, commentatoren en toeschouwers… Ze hebben maar één ding onthouden: op straat rokende vrouwen.
Wat een statement! De sigaret als symbool van de vrouwenemancipatie. Op die dag wordt een langdurige alliantie gesmeed tussen de vrouwenbeweging en de tabaksindustrie, een verbond dat veertig jaar later nog bestaat. Vrouwen hebben ook recht op longkanker! Met deze slogan trekt Dolle Mina op 4 maart 1970 in Antwerpen voor het eerst de straat op. Doelwit: een verzekeringskantoor waar mannen wel en vrouwen niet mogen roken.
Weinigen weten op dat moment dat de alliantie tussen de tabaksindustrie en de vrouwenbeweging het gevolg van infiltratie is. Achteraf blijkt dat de rokende vrouwen in de betoging van 1929 geen suffragettes zijn, maar huurlingen die door reclameman Edward Bernays naar die manifestatie gestuurd worden. Deze Bernays voert op dat moment campagne voor de tabakgigant Philip Morris, een bedrijf dat beseft dat de omzet van Lucky Strike verdubbelt, mochten de vrouwen massaal aan ’t roken slaan.
Reclameman Bernays is niet de eerste de beste. Hij is een neef van Sigmund Freud en past diens inzichten toe op het reclamevak. Hij begrijpt dat je mensen dingen kunt laten kopen die ze niet nodig hebben. Je moet dat ding alleen maar weten te koppelen aan een bestaand verlangen dat daar niets mee te maken heeft, vrijheid bijvoorbeeld. De sigaret is voor vrouwen bijgevolg geen kankerstok, zegt Bernays, maar een torch of freedom, een vrijheidsfakkel. Of je koppelt de stinkstok aan iets als macht. Dan wordt de sigaret een surrogaatpenis. Vind jij dit vergezocht? Feit is dat het gewerkt heeft, bijzonder goed zelfs. Edward Bernays heeft in 1929 de sigarettenmarkt opengebroken… door binnen te dringen in de vrouwenbeweging. De moeder aller infiltranten blijkt een man te zijn!

De e-boeken van Flor Vandekerckhove zijn gratis. Vraag ernaar via liefkemores@telenet.be. (Vermeld de titel.)



Geen opmerkingen: