woensdag 17 augustus 2016

Leren schrijven met de Boer

Om de techniek van het schrijven beter onder de knie te krijgen lees ik graag de extreem korte verhalen van kleppers als Isaak Babel, A.L. Snijders, Felix Fénéon, Franz Kafka, Bertolt Brecht… Over al die lieden heb ik hier eerder al iets geschreven. Ook over Herman Pieter de Boer heb ik daar al iets geblogpost, maar hier geef ik er nu nog een extra lap op.
Zo doet De Boer (1928-2014) het in zijn verhaal Veldpost. Soldaat Loftus krijgt een brief van een buurmeisje. Die gaat zo: ‘Beste Loftus, ik schrijf je een brief want je bent ver weg. Hoe gaat het met jou? Hier gaat alles goed. Ons varken heeft gebigd. Elf stuks. Gisteren heeft het vreselijk gestormd. Mijn vader zijn pet lag in de sloot. Nu Loftus, ik eindig, het papier is vol. Anna.’ Herman Pieter de Boer wijdt er verder niet veel woorden aan. Hij schrijft alleen nog die ene bijzonder straffe slotzin: ‘Wel allemachtig!’, riep Loftus ontroerd. ‘Een liefdesbrief!’
Het verhaal is eigenlijk een mop. Aan de tapkast zou hij voorafgegaan worden door de woorden: ‘Ken je die van de soldaat die een brief kreeg van een buurmeisje?’
Niet alle verhalen zijn moppen, maar alle moppen zijn wel verhalen. Elke mop die verteld wordt kun je immers ook neerschrijven en wat krijg je dan?
Nog eentje om het af te leren. In het verhaal Hulp vertelt De Boer over ene Berend die bij zijn vriend op bezoek gaat, juist op het moment dat die zich wil ophangen. Zijn hoofd zit al in de strop, alleen de stoel moet nog weggeschopt worden. ‘Waar leven is daar is hoop,’ zegt Berend. ‘Er is niets dat zo’n daad kan rechtvaardigen.’ Vervolgens vertelt die vriend hem waarom hij zo wanhopig is. Nadat Berend dat aangehoord heeft, sluit Herman Pieter de Boer het verhaal af met: ‘O, als het dat is,’ zei Berend, ‘dan wil ik je wel helpen.’ En hij schopte de stoel weg.
Waaruit we dit leren: de ene mop is al beter dan de andere. En met de verhalen van Pieter de Boer is dat niet anders.
Flor Vandekerckhove

Herman Pieter de Boer, De vrouw in het maanlicht en andere zonderlinge verhalen. 3de druk. Kempen Uitgevers, Zaltbommel. 2006.

Geen opmerkingen: