donderdag 21 december 2017

Een Franse mesdag

— Naast me zitten Georgette en Simonne. De andere deelnemers aan het gesprek zitten aan gene zijde van de camera, waar ze de krachten gebundeld hebben om dit beeld vast te leggen. — 

Voor Simonne heb ik De Zeewacht meegebracht en voor Georgette een kalender. We bevinden ons in het salon van het woonzorgcentrum, waar meer volk dan anders zit. Er staat een kerstboom. Omdat ik gezichten zie die ik nog niet ken, vraag ik naar de namen. Waaruit een gesprek groeit dat zich eerst concentreert op de familienaam Devriendt die, zeggen mijn gesprekspartners, in de gemeente overvloedig present is.  (’s Avonds zoek ik ernaar en vind waarlijk zes Devriendts: Marcel, Georges, Hélène, Elza, André en Jean-Pierre. Wie op de in ’t rood gezette namen drukt wordt er naartoe geleid.) Het gesprek verplaatst zich naar zij die ons ontvallen zijn. De overledenen doen ons aan begrafenissen denken en die voeren ons naar de dragers, een functie die vandaag op wieltjes loopt, maar destijds uit de hand durfde te lopen. Dat kwam door de daaropvolgende koffietafel, waar de dragers met meer dan één poester beloond werden. Of doordat ze zichzelf daarmee beloonden in ’t café vlak om de hoek. Het gesprek leert me dat de dragers niet alleen de lijkkist torsten, maar ook een reputatie. Lijkkisten dragen was geen beroep, het was een bijverdienste. In het woonzorgcentrum zijn ze het erover eens dat de dragers zich daags nadien maar zelden op de werkplek vertoonden. Van die begrafenis hadden ze dan, zegt iemand, een Franse mesdag gemaakt.
Een Franse mesdag! Mij is de term niet bekend, maar in het salon ben ik de enige. Vervolgens verneem ik dat niet alleen de dragers er al eens een Franse mesdag van durfden te maken. Simonne herinnert zich dat je op maandagen niet erg op metselaars kon rekenen, ook in de bouw kende men de Franse mesdag.
Men zegt wel dat je op het internet alles vindt, maar dat is niet waar. Nergens vind ik daar iets over het begrip dat ik zojuist heb leren kennen. Wel vind ik: Mestdagh: bijnaam naar de misdag (het Middelnederlandse en Westvlaamse mesdag): zondag, feestdag, kerkdag...’ Wat mij tot enig speculeren brengt. Is de Franse mesdag een zondag, feestdag, kerkdag... die men liederlijk — op Franse manier? — doorbrengt? Slaat de uitdrukking op de extra rustdag, omwille van de kater, daags na de kerkdag? Of hebben ze me daar weer iets wijsgemaakt?

Flor Vandekerckhove 

Geen opmerkingen: